ECLI:NL:CRVB:2008:BG6922
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- A.B.J. van der Ham
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen afwijzing bijzondere bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 3 augustus 2007, waarin het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen werd behandeld. Het College had op 26 juli 2006 de aanvraag van appellant om bijzondere bijstand voor voorlopige belastingaanslagen over 2003 en 2004 afgewezen. Appellant was het niet eens met deze afwijzing en had bezwaar aangetekend, maar het College verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar van appellant tegen het niet opnemen van een bepaalde passage in het besluit niet-ontvankelijk was, maar verklaarde het beroep tegen het besluit van 24 oktober 2006 gegrond en vernietigde dit besluit. Appellant ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank, specifiek tegen het oordeel dat zijn bezwaar niet-ontvankelijk was.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 9 december 2008 behandeld. De Raad oordeelde dat de in geding zijnde passage, die de mogelijkheid openhield om op de beslissing terug te komen indien er een nabetaling aan de Belastingdienst zou volgen, niet op enig rechtsgevolg was gericht. Dit betekent dat er geen sprake was van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk was. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en kwam tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagde. De aangevallen uitspraak werd bevestigd en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.