ECLI:NL:CRVB:2008:BG6769
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- T.J. van der Torn
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medische beoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 12 april 2007, waarin het bezwaar van appellante tegen de herziening van haar WAO-uitkering werd behandeld. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 december 2008 uitspraak gedaan. Appellante, vertegenwoordigd door mr. A.C. Cornelisse, betwistte de medische beoordeling van het Uwv en verzocht om benoeming van een onafhankelijke deskundige. Tijdens de zitting op 31 oktober 2008 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv was vertegenwoordigd door M. van Leeuwen.
De Raad overweegt dat appellante in hoger beroep geen nieuwe medische stukken heeft ingediend ter onderbouwing van haar grieven. De Raad concludeert, net als de rechtbank, dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de medische beoordeling van het Uwv. De Raad verwijst naar de overwegingen van de rechtbank en maakt deze tot de zijne. Gezien het gebrek aan nieuwe informatie en de eerdere beoordeling, ziet de Raad geen reden om een onafhankelijke deskundige te benoemen.
De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en de Raad oordeelt dat er geen termen zijn om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak bevestigt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit geheel in stand blijven, en de geselecteerde functies zijn geschikt bevonden voor appellante op basis van de Functionele Mogelijkhedenlijst. De uitspraak is openbaar gedaan op 12 december 2008.