ECLI:NL:CRVB:2008:BG6758
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en de zorgvuldigheid van medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv tot verlaging van de WAO-uitkering is afgewezen. Appellante, die sinds 1990 wegens psychische klachten arbeidsongeschikt is, ontving een WAO-uitkering die laatstelijk was vastgesteld op 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid. Het Uwv had echter in 2004 besloten om de uitkering per 12 december 2004 te verlagen naar 45 tot 55% arbeidsongeschiktheid, wat appellante aanvecht.
Tijdens de procedure heeft appellante aangevoerd dat haar beperkingen en mogelijkheden zijn onderschat en dat zij volledig arbeidsongeschikt is. Ter ondersteuning van haar standpunt heeft zij informatie overgelegd van haar behandelend revalidatiearts en klinisch psycholoog. De Raad voor de Rechtspraak heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen voldoende zorgvuldig is uitgevoerd. De Raad heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid en volledigheid van de vastgestelde beperkingen door de verzekeringsarts.
De Raad concludeert dat de Functionele Mogelijkheden Lijst voldoende rekening houdt met de beperkingen van appellante en dat de voorgehouden functies medisch passend zijn. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en A.T. de Kwaasteniet als leden.