ECLI:NL:CRVB:2008:BG6714
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- T.J. van der Torn
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en medische grondslag voor arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, waarin de intrekking van haar WAO-uitkering werd behandeld. Appellante, die wegens lichamelijke en psychische klachten niet meer kon functioneren als administratief medewerkster, ontving voorheen een WAO-uitkering op basis van 80% of meer arbeidsongeschiktheid. De uitkering werd echter per 17 maart 2006 ingetrokken, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid op dat moment minder dan 15% zou zijn. Appellante heeft bezwaar aangetekend tegen deze beslissing, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door het Uwv.
De rechtbank heeft in haar eerdere uitspraak het beroep van appellante gegrond verklaard vanwege een motiveringsgebrek in het bestreden besluit, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de medische grondslag voor de intrekking van de uitkering toereikend was. De Functionele Mogelijkheden Lijst gaf een gedetailleerd overzicht van de beperkingen van appellante, en de rechtbank vond dat het Uwv voldoende had onderbouwd dat de geselecteerde functies passend waren voor appellante.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat haar medische beperkingen niet correct waren vastgesteld en dat zij de aan de schatting ten grondslag gelegde functies niet kon vervullen. Ze overhandigde verschillende medische documenten ter ondersteuning van haar standpunt. De Raad heeft echter geen nieuwe aanknopingspunten gevonden die tot een ander oordeel zouden leiden dan dat van de rechtbank. De overgelegde stukken gaven geen nieuw licht op de zaak, omdat de informatie al bekend was bij het Uwv en de rechtbank of niet relevant was voor de datum van 17 maart 2006.
De Raad heeft daarom het hoger beroep afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.