ECLI:NL:CRVB:2008:BG5196
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- E.M. de Bree
- C.P.J. Goorden
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Weigering voorschot WAZ-uitkering en schadevergoeding
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, die haar beroep tegen de weigering van een voorschot op haar WAZ-uitkering niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellante geen procesbelang meer had, omdat haar inmiddels een definitieve WAZ-uitkering was toegekend. Appellante heeft echter in hoger beroep aangevoerd dat zij wel degelijk procesbelang heeft, omdat zij schadevergoeding heeft verzocht voor de schade die zij heeft geleden door de weigering van het voorschot.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat appellante geen procesbelang meer had. De Raad stelt vast dat appellante in haar beroepschrift heeft verzocht om schadevergoeding, en dat dit verzoek niet door de rechtbank is behandeld. De Raad vernietigt daarom de aangevallen uitspraak en verklaart het beroep ongegrond, maar bevestigt dat het Uwv in redelijkheid het voorschot heeft kunnen weigeren, omdat er onvoldoende financiële gegevens beschikbaar waren om de hoogte van de uitkering vast te stellen.
De Raad oordeelt verder dat er geen grond is voor het toekennen van schadevergoeding, omdat het bestreden besluit in rechte stand kan houden. De Raad veroordeelt het Uwv echter wel in de proceskosten van appellante, die in totaal € 644,-- bedragen, en bepaalt dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 143,-- aan appellante vergoedt. De uitspraak is gedaan op 19 november 2008.