ECLI:NL:CRVB:2008:BG4651
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- E.M. de Bree
- P.J. Jansen
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAZ-uitkering en de zorgvuldigheid van medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle, waarin de intrekking van haar WAZ-uitkering werd bevestigd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 november 2008 uitspraak gedaan. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar uitkering per 7 maart 2006, welke door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond was verklaard. De Raad heeft het procesverloop besproken, waarbij appellante werd bijgestaan door haar partner en het Uwv vertegenwoordigd was door J.L. Gerritsen. Tijdens de zitting op 1 oktober 2008 zijn de argumenten van beide partijen aan de orde gekomen.
De Raad heeft de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht oordeelde dat het onderzoek voldoende diepgaand was. De Raad heeft vastgesteld dat de medische gegevens die door appellante in hoger beroep zijn overgelegd, niet relevant zijn voor de datum in geding, 7 maart 2006. De Raad heeft de rapportages van de bezwaarverzekeringsarts en bezwaararbeidsdeskundige als toereikend beoordeeld, maar heeft opgemerkt dat deze pas in hoger beroep zijn gepresenteerd. Hierdoor heeft de Raad besloten de aangevallen uitspraak te vernietigen, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten.
De Raad heeft ook overwogen dat appellante geen proceskosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept het belang van zorgvuldigheid in medisch onderzoek bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid.