ECLI:NL:CRVB:2008:BG4540
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van geestelijke gezondheidstoestand
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om de WAO-uitkering van appellant per 16 november 2006 te herzien, terecht was. Appellant stelde dat hij meer beperkt was dan het Uwv had aangenomen en dat hij de functies waarop de schatting van zijn arbeidsongeschiktheid was gebaseerd, niet kon vervullen. Hij verwees naar kanttekeningen van arts D. J. Schakel over de bevindingen van verzekeringsgeneeskundigen en arbeidsdeskundigen.
Tijdens de zitting op 3 oktober 2008 werd appellant vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. W.F.C. van Megen, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door J.T. Wielinga. De Centrale Raad van Beroep heeft het rapport van psychiater dr. S. Russo, dat betrekking had op de situatie van appellant per 4 augustus 2008, beoordeeld. De Raad concludeerde dat dit rapport niet leidde tot een ander oordeel, omdat het niet betrekking had op de datum in geding. De Raad vond dat er geen onjuist of onvolledig beeld bestond omtrent de geestelijke gezondheidstoestand van appellant, zoals eerder vastgesteld door de bezwaarverzekeringsarts.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep van appellant ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat de rechtbank de herhaalde gronden van appellant afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze gronden niet slagen. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van griffier A.C.A. Wit, op 14 november 2008.