ECLI:NL:CRVB:2008:BG4540

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-2460 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van geestelijke gezondheidstoestand

In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om de WAO-uitkering van appellant per 16 november 2006 te herzien, terecht was. Appellant stelde dat hij meer beperkt was dan het Uwv had aangenomen en dat hij de functies waarop de schatting van zijn arbeidsongeschiktheid was gebaseerd, niet kon vervullen. Hij verwees naar kanttekeningen van arts D. J. Schakel over de bevindingen van verzekeringsgeneeskundigen en arbeidsdeskundigen.

Tijdens de zitting op 3 oktober 2008 werd appellant vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. W.F.C. van Megen, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door J.T. Wielinga. De Centrale Raad van Beroep heeft het rapport van psychiater dr. S. Russo, dat betrekking had op de situatie van appellant per 4 augustus 2008, beoordeeld. De Raad concludeerde dat dit rapport niet leidde tot een ander oordeel, omdat het niet betrekking had op de datum in geding. De Raad vond dat er geen onjuist of onvolledig beeld bestond omtrent de geestelijke gezondheidstoestand van appellant, zoals eerder vastgesteld door de bezwaarverzekeringsarts.

Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep van appellant ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat de rechtbank de herhaalde gronden van appellant afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze gronden niet slagen. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van griffier A.C.A. Wit, op 14 november 2008.

Uitspraak

08/2460 WAO
Centrale Raad van Beroep
enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 25 maart 2008, 07/2927 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 14 november 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. W.F.C. van Megen, advocaat te Utrecht, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2008. Appellant was vertegenwoordigd door mr. Van Megen en het Uwv door J.T. Wielinga.
II. OVERWEGINGEN
1. De rechtbank heeft op grond van de in de aangevallen uitspraak weergegeven overwegingen het beroep van appellant gericht tegen het besluit van 19 oktober 2007 - waarbij het Uwv, beslissend op bezwaar, heeft gehandhaafd zijn besluit de WAO- uitkering van appellant per 16 november 2006 te herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25% - ongegrond verklaard.
2. Appellant heeft in hoger beroep, kort samengevat, herhaald dat hij meer beperkt is dan aangenomen en dat hij de functies waarop de schatting van zijn arbeidsongeschiktheid is gebaseerd niet kan vervullen. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft appellant gewezen op de door de arts D. J. Schakel reeds in bezwaar gemaakte kanttekeningen ten aanzien van de bevindingen van verzekeringsgeneeskundigen en arbeidsdeskundigen.
3.1. Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank de in hoger beroep herhaalde gronden afdoende besproken en genoegzaam gemotiveerd waarom die gronden niet slagen.
De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig en mitsdien ook de overwegingen die de rechtbank heeft gewijd aan de door de arts Schakel gemaakte kanttekeningen.
3.2. Het door appellant in hoger beroep overgelegde rapport van de psychiater dr. S. Russo van 10 augustus 2008 leidt niet tot een ander oordeel. Het rapport van Russo ziet naar hierin is vermeld op de situatie per 4 augustus 2008 en ziet mitsdien niet op de datum in geding. Uit hetgeen in het rapport is vermeld ter zake van de psychiatrische voorgeschiedenis kan, anders dan appellant meent, geenszins worden opgemaakt, dat bij de bezwaarverzekeringsarts ten aanzien van de datum in geding een onjuist of onvolledig beeld bestond omtrent de geestelijke gezondheids-toestand van appellant. De Raad kan zich geheel vinden in de naar aanleiding van het rapport van Russo door de bezwaarverzekeringsarts op 26 september 2008 opgestelde rapportage.
3.3. Het hoger beroep van appellant treft derhalve geen doel. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
3.4. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C.A. Wit als griffier, uitgesproken in het openbaar op 14 november 2008.
(get.) J. Brand.
(get.) A.C.A. Wit.
RB