ECLI:NL:CRVB:2008:BG4390

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-2294 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag ANW-uitkering wegens gebrek aan verzekering echtgenoot

In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Turkije, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die haar beroep tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een ANW-uitkering ongegrond had verklaard. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had de aanvraag afgewezen op de grond dat de echtgenoot van appellante op de datum van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De rechtbank oordeelde dat de echtgenoot van appellante, die in 2003 overleed, niet woonachtig of werkzaam was in Nederland en derhalve niet verzekerd was onder de ANW. Bovendien was er geen bewijs dat hij vrijwillig verzekerd was op het moment van zijn overlijden. De rechtbank concludeerde dat appellante en haar echtgenoot niet in staat waren om de informatie over de beëindiging van de verplichte verzekering te begrijpen, maar dat dit hen niet ontsloeg van de verantwoordelijkheid om informatie in te winnen. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde het oordeel van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellante niet kon slagen, aangezien haar argumenten een herhaling waren van wat eerder was aangevoerd. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

06/2294 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Naam appellante], wonende te [woonplaats] (Turkije) (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 maart 2006, 04/1659 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 30 oktober 2008
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 september 2008. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.Y. van Berg.
II. OVERWEGINGEN
1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1. Appellante woont in Turkije. Haar echtgenoot, die eveneens woonachtig was in Turkije, is [in]r 2003 overleden. Hij ontving tot de datum van zijn overlijden een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
1.2. Appellante heeft een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) aangevraagd.
1.3. Bij besluit van 28 januari 2004 heeft de Svb de aanvraag afgewezen op de grond dat de echtgenoot van appellante op de datum van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW en voorts dat appellante geen recht heeft op een ANW-uitkering door toepassing van internationale regelingen.
1.4. Bij beschikking op bezwaar van 25 maart 2004 (hierna: bestreden besluit) heeft de Svb het besluit van 28 januari 2004 gehandhaafd met als aanvullende motivering dat de echtgenoot van appellante op de datum van zijn overlijden eveneens niet vrijwillig verzekerd was voor de ANW.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat, nu niet in geschil is dat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden niet woonachtig of werkzaam was in Nederland, hij derhalve op de datum van zijn overlijden niet verzekerd was ingevolge artikel 13, eerste lid, van de ANW. Voorts constateert de rechtbank dat gesteld noch gebleken is dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden vrijwillig verzekerd was als bedoeld in artikel 63 van de ANW. De omstandigheid dat appellante en haar echtgenoot de stukken met betrekking tot de beëindiging van de verplichte verzekering door omstandigheden niet konden lezen dan wel begrijpen, kan niet tot een andere conclusie leiden. Zij hadden informatie moeten inwinnen bij iemand die dit wel kon. Ten slotte is de rechtbank gebleken dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was ingevolge de wettelijke regelingen van Turkije, zodat hij op de dag van zijn overlijden ook niet met toepassing van artikel 22, derde lid, van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije inzake Sociale zekerheid als verzekerde kon worden aangemerkt.
3. De Raad kan zich verenigen met het oordeel van de rechtbank en de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen. Hetgeen door appellante in hoger beroep is aangevoerd betreft een herhaling van wat reeds bij de rechtbank naar voren is gebracht. Dit heeft de Raad niet tot een ander oordeel kunnen brengen. Het hoger beroep kan derhalve niet slagen. De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking.
3.1. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade. De beslissing is, in tegenwoordigheid van W. Altenaar als griffier, uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2008.
(get.) M.M. van der Kade.
(get.) W. Altenaar.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending
beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH ’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen inzake het begrip kring van verzekerden.
IJ
III. KARAR
Temyiz Mahkemesi;
Geregini düsündükten sonra:
Temyiz edilen karari onaylar.
Isbu karar, kâtibin W. Altenaar huzurunda, baskan mr M.M. van der Kade tarafindan verilip
30 ekim 2008 tarihinde açikça okunmustur.
Taraflar, gönderme tarihinden sonra alti hafta geçmeden önce, sigortalilar çevresi kavrami hakkindaki hükümlerin ihlâlinden veya yanlis uygulanisindan (Postbus 20303, 2500 EH
’s-Gravenhage adresinde faaliyet gösteren) Hollanda Yargitayi’na basvurup bu karara karsi temyiz edebilirler.