ECLI:NL:CRVB:2008:BG4383

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
12 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-5406 WW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep wegens tegemoetkoming door Uwv en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2007. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 november 2008 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 07/5406 WW. De gemachtigde van appellante, Mr. J.J. Bakker, heeft op 23 september 2008 het hoger beroep ingetrokken, omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Dit leidde tot de vraag of het Uwv in de proceskosten moest worden veroordeeld.

De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep is ingetrokken op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak in de kosten kan worden veroordeeld. De Raad heeft geoordeeld dat er termen aanwezig zijn om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 322,-- in beroep en € 322,-- in hoger beroep, wat een totaalbedrag van € 644,-- oplevert.

De uitspraak is gedaan door B.M. van Dun, in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier, en is openbaar uitgesproken. De Centrale Raad van Beroep heeft de Raad van bestuur van het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan appellante.

Uitspraak

07/5406 WW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met de artikelen 8:73a en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep van:
[Naam appellante], wonende te [woonplaats], (hierna: appellante)
tegen de uitspraak van de rechtbank van Amsterdam van 24 juli 2007, 07/116 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, (hierna: het Uwv).
Datum uitspraak: 12 november 2008.
I. PROCESVERLOOP
Mr. J.J. Bakker, werkzaam bij SRK rechtsbijstand te Zoetermeer, heeft namens appellante hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Bij brief van 23 september 2008 heeft de gemachtigde van appellante het hoger beroep ingetrokken aangezien volledig tegemoet is gekomen aan appellante. Verzocht is tevens het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
II. OVERWEGINGEN
Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
De Raad stelt vast dat het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uwv aan de bezwaren van appellante is tegemoet gekomen.
De Raad acht termen aanwezig om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante wegens verleende rechtsbijstand, begroot op € 322,-- in beroep en € 322,-- in hoger beroep, totaal derhalve € 644,--.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
in de kosten van appellante tot een bedrag van € 644,--, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
Deze uitspraak is gedaan door B.M. van Dun. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier, uitgesproken in het openbaar op 12 november 2008.
(get.) B.M. van Dun.
(get.) P.N. Rijnsewijn.
BvW