ECLI:NL:CRVB:2008:BG4383
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep wegens tegemoetkoming door Uwv en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2007. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 november 2008 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 07/5406 WW. De gemachtigde van appellante, Mr. J.J. Bakker, heeft op 23 september 2008 het hoger beroep ingetrokken, omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Dit leidde tot de vraag of het Uwv in de proceskosten moest worden veroordeeld.
De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep is ingetrokken op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak in de kosten kan worden veroordeeld. De Raad heeft geoordeeld dat er termen aanwezig zijn om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 322,-- in beroep en € 322,-- in hoger beroep, wat een totaalbedrag van € 644,-- oplevert.
De uitspraak is gedaan door B.M. van Dun, in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier, en is openbaar uitgesproken. De Centrale Raad van Beroep heeft de Raad van bestuur van het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan appellante.