ECLI:NL:CRVB:2008:BG4218
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- P.J. Jansen
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, die als ziekenverzorgster werkte en op 2 april 2000 uitviel met whiplashklachten. Na een herbeoordeling door het Uwv, waarbij appellante op 30 mei 2005 door verzekeringsarts S. Ramkisoen werd onderzocht, werd vastgesteld dat zij beperkingen had door het whiplashsyndroom en migraine. De functionele mogelijkheden werden vastgelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en arbeidsdeskundige A. Hazekamp concludeerde dat appellante geschikt was voor bepaalde functies, wat leidde tot de intrekking van haar uitkering per 8 januari 2006.
De rechtbank oordeelde dat het Uwv de gezondheidssituatie van appellante correct had ingeschat, maar in hoger beroep stelde appellante dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat haar beperkingen niet onjuist waren ingeschat. Appellante verwees naar een brief van haar revalidatiearts en vroeg om de benoeming van een deskundige. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde echter de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd gesteld dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig was en dat de arbeidskundige rapportage voldoende inzicht bood in de belastbaarheid van appellante.
De Raad concludeerde dat het Uwv op juiste gronden de WAO-uitkering had ingetrokken en dat er geen aanleiding was voor het benoemen van een onafhankelijke deskundige. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de Raad oordeelde dat de intrekking van de uitkering terecht was.