ECLI:NL:CRVB:2008:BG3056
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van het hoger beroep inzake WAO-V
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door appellant is ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 januari 2004. De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 oktober 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep, dat betrekking heeft op de niet-ontvankelijk verklaring van het eerder ingediende beroep. De Raad had eerder, op 26 juli 2007, het beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij hij aanvoert dat hij niet in staat was om tijdig hoger beroep in te stellen. Hij stelt dat hij de uitspraak te laat heeft ontvangen, dat hij ziek was en dat zijn echtgenote heeft geprobeerd de uitspraak te vertalen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de door appellant aangevoerde omstandigheden onvoldoende zijn om de termijnoverschrijding van meer dan twee jaren te verontschuldigen. De Raad heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in aanwezigheid van griffier W. Altenaar, en is openbaar uitgesproken.