ECLI:NL:CRVB:2008:BG1883
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank Amsterdam inzake AOW-aanvraag en opdracht tot nieuw besluit op bezwaar
In deze zaak heeft appellant, wonende in Marokko, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 september 2006, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond werd verklaard. De Svb had eerder, op 1 juli 2004, de aanvraag van appellant voor een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) afgewezen, met als reden dat appellant nooit verzekerd was geweest voor de AOW. Appellant had hiertegen bezwaar aangetekend, maar dit werd door de Svb ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 14 augustus 2008, waar appellant niet aanwezig was, heeft de gemachtigde van de Svb meegedeeld dat er op 4 maart 2008 een nieuw besluit was genomen, waarbij aan appellant een gedeeltelijke AOW-uitkering was toegekend. Dit leidde tot de conclusie dat het eerder genomen bestreden besluit niet langer gehandhaafd zou worden. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat zowel het bestreden besluit als de aangevallen uitspraak niet in stand konden blijven, gezien de nieuwe ontwikkelingen.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en de Svb opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellant te beslissen. Tevens is bepaald dat de Svb het betaalde griffierecht van € 142,-- aan appellant dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij en in tegenwoordigheid van griffier W. Altenaar op 23 oktober 2008.