ECLI:NL:CRVB:2008:BG1883

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-5890 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank Amsterdam inzake AOW-aanvraag en opdracht tot nieuw besluit op bezwaar

In deze zaak heeft appellant, wonende in Marokko, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 september 2006, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond werd verklaard. De Svb had eerder, op 1 juli 2004, de aanvraag van appellant voor een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) afgewezen, met als reden dat appellant nooit verzekerd was geweest voor de AOW. Appellant had hiertegen bezwaar aangetekend, maar dit werd door de Svb ongegrond verklaard.

Tijdens de zitting op 14 augustus 2008, waar appellant niet aanwezig was, heeft de gemachtigde van de Svb meegedeeld dat er op 4 maart 2008 een nieuw besluit was genomen, waarbij aan appellant een gedeeltelijke AOW-uitkering was toegekend. Dit leidde tot de conclusie dat het eerder genomen bestreden besluit niet langer gehandhaafd zou worden. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat zowel het bestreden besluit als de aangevallen uitspraak niet in stand konden blijven, gezien de nieuwe ontwikkelingen.

De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en de Svb opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellant te beslissen. Tevens is bepaald dat de Svb het betaalde griffierecht van € 142,-- aan appellant dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij en in tegenwoordigheid van griffier W. Altenaar op 23 oktober 2008.

Uitspraak

06/5890 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Naam appellant], wonende te Marokko (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 september 2006, 05/1418 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 23 oktober 2008
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 augustus 2008. Appellant is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.Y. van den Berg.
II. OVERWEGINGEN
1.1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.2. Bij besluit van 1 juli 2004 (hierna: het bestreden besluit) heeft de Svb de aanvraag van appellant tot toekenning van een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) afgewezen op de grond dat appellant nimmer verzekerd is geweest voor de AOW.
1.3. Bij besluit van 24 februari 2004 (hierna: het bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar van appellant tegen het besluit van 21 juli 2004 ongegrond verklaard.
2.1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3.1. Ter zitting van de Raad heeft de gemachtigde van de Svb meegedeeld dat hem bij de voorbereiding van de zitting is gebleken dat inmiddels op 4 maart 2008 een nieuw besluit is genomen waarbij aan appellant een gedeeltelijke AOW-uitkering is toegekend. De gemachtigde van de Svb heeft daarbij tevens aangegeven dat het bestreden besluit niet langer wordt gehandhaafd.
3.2. Gezien het vorenstaande kan het bestreden besluit, evenals de aangevallen uitspraak waarbij dit besluit in stand is gelaten, geen stand houden. De aangevallen uitspraak zal worden vernietigd evenals het bestreden besluit. De Svb zal worden opgedragen opnieuw op het bezwaar van appellant te beslissen.
3.3. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Vernietigt de aangevallen uitspraak;
Verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;
Bepaalt dat de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank een nieuw besluit op bezwaar neemt;
Bepaalt dat de Sociale verzekeringsbank aan appellant het betaalde griffierecht van in totaal € 142,-- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij. De beslissing is, in tegenwoordigheid van W. Altenaar als griffier, uitgesproken in het openbaar op 23 oktober 2008.
(get.) H.J. de Mooij.
(get.) W. Altenaar.
IJ