ECLI:NL:CRVB:2008:BF3994
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- H.G. Rottier
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Weigering vergoeding kosten Glucadol op basis van Regeling farmaceutische hulp
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van een appellant tegen de beslissing van het dagelijks bestuur van het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland. De appellant had verzocht om vergoeding van de kosten voor het gebruik van Glucadol, een middel dat hij gebruikte voor de behandeling van artrose aan de knie. Het dagelijks bestuur weigerde deze vergoeding, omdat Glucadol niet als geneesmiddel was opgenomen in de Regeling farmaceutische hulp. De rechtbank Utrecht had eerder de beslissing van het dagelijks bestuur bekrachtigd, wat de appellant ertoe bracht om in hoger beroep te gaan.
De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Het dagelijks bestuur had in een eerder besluit, dat was gehandhaafd na bezwaar, de vergoeding geweigerd op basis van de regelgeving die bepaalt welke middelen voor vergoeding in aanmerking komen. De Raad merkte op dat Glucadol niet als geneesmiddel, dieetpreparaat of homeopathisch middel was opgenomen in de relevante bijlagen van de regelgeving. Bovendien was er geen aanleiding om de hardheidsclausule toe te passen, die in uitzonderlijke gevallen kan worden ingeroepen om toch een vergoeding te verstrekken.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de argumenten van de appellant, waaronder de bewering dat het gebruik van Glucadol leidde tot kostenbesparing, niet voldoende waren om de beslissing van het dagelijks bestuur te weerleggen. De Raad concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die een afwijking van de regelgeving rechtvaardigden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 25 september 2008, waarbij de Raad zich volledig kon verenigen met de overwegingen van de rechtbank.