ECLI:NL:CRVB:2008:BF3690
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van te veel ontvangen AOW-pensioen en intrekking van toeslag
In deze zaak gaat het om de terugvordering van te veel ontvangen AOW-pensioen en de intrekking van een inkomensafhankelijke toeslag. Appellant ontving sinds februari 2003 een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) en een toeslag omdat zijn echtgenote nog geen 65 jaar was. Na wijziging van de inkomsten van zijn echtgenote, die een bedrijfspensioen ontving, heeft de Sociale verzekeringsbank (Svb) de toeslag ingetrokken en een bedrag van € 3.441,15 aan te veel ontvangen AOW-pensioen teruggevorderd. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Svb verklaarde dit ongegrond.
De rechtbank heeft in de eerdere uitspraak geoordeeld dat de verwijtbaarheid voor de teveelbetaling grotendeels bij appellant ligt. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, maar de Centrale Raad van Beroep onderschrijft de overwegingen van de rechtbank. De Raad concludeert dat appellant redelijkerwijs had moeten begrijpen dat het flexibel pensioen van zijn echtgenote invloed zou hebben op zijn aanspraken op de toeslag. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, met W. Altenaar als griffier, en is openbaar uitgesproken op 25 september 2008. De Raad heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de eerdere beslissing van de rechtbank, en het hoger beroep van appellant wordt afgewezen.