ECLI:NL:CRVB:2008:BF1864
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en het recht op een hoorzitting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellante door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 september 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep, nadat appellante in beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zutphen. De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het besluit van het Uwv in stand gelaten. Appellante stelde dat haar arbeidsbeperkingen waren onderschat en dat zij ten onrechte niet in de gelegenheid was gesteld om te worden gehoord voordat het Uwv op haar bezwaren besliste.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante inderdaad niet door het Uwv in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord, wat in strijd is met artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad oordeelde dat het besluit van 4 oktober 2005, waarbij de WAO-uitkering was ingetrokken, vernietigd moest worden. De Raad heeft het beroep van appellante gegrond verklaard en het Uwv opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij de hoorplicht in acht moet worden genomen.
De uitspraak benadrukt het belang van het recht op een hoorzitting in bestuursrechtelijke procedures en bevestigt dat een gebrek aan een hoorzitting kan leiden tot vernietiging van een besluit. De Raad heeft ook bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht aan appellante moet vergoeden.