ECLI:NL:CRVB:2008:BD9285
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en geschiktheid voor arbeid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo. De rechtbank had op 28 augustus 2006 het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit van het Uwv vernietigd. Dit besluit betrof de herziening van de WAO-uitkering van de betrokkene, waarbij het Uwv had vastgesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid was afgenomen tot 35 tot 45%. De rechtbank oordeelde dat de arbeidskundige aspecten onvoldoende waren onderzocht en dat de geautomatiseerde vergelijking door het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) niet betrouwbaar was. De rechtbank vond dat het Uwv onvoldoende had aangetoond dat de betrokkene geschikt was voor de geselecteerde functies, vooral gezien de bijzondere belastingen die in sommige functies aanwezig waren.
Tijdens de zitting op 6 juni 2008 zijn partijen niet verschenen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak vervolgens beoordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat de aanpassingen aan het CBBS, die naar aanleiding van eerdere uitspraken waren doorgevoerd, voldoende waren om de eerder geformuleerde bedenkingen te weerleggen. De Raad concludeerde dat de functies die als grondslag voor de schatting dienden, geschikt waren voor de betrokkene. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van het Uwv ongegrond verklaard. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en A.T. de Kwaasteniet als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2008.