ECLI:NL:CRVB:2008:BD8622
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en geschiktheid van functies na medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de herziening van haar WAO-uitkering aan de orde is. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 juli 2008 uitspraak gedaan in deze zaak. Appellante had een uitkering van 80 tot 100% die per 15 augustus 2005 werd herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25%. Dit besluit was gebaseerd op het standpunt van het Uwv dat appellante, ondanks haar beperkingen, geschikt was voor bepaalde functies. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
Tijdens de zitting op 6 juni 2008 is appellante bijgestaan door haar advocaat, mr. B.J.M. de Leest, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. J.B. van der Horst. Appellante betwistte de geschiktheid van de functies die aan haar waren voorgelegd, waaronder de functie van modinette en telefonisch-informatrice. Ze voerde aan dat de functie van modinette niet geschikt was vanwege de vereiste reikwijdtes en dat ze de Duitse taal niet op het vereiste niveau beheerst voor de functie van telefonisch-informatrice.
De Raad overwoog dat de bezwaararbeidsdeskundige de functies als geschikt had beoordeeld en dat er geen reden was om deze beoordeling te betwisten. De Raad concludeerde dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd en dat de beperkingen van appellante correct waren vastgesteld. Het hoger beroep van appellante werd afgewezen, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was.