ECLI:NL:CRVB:2008:BD8600
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- P. Boer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Breda inzake uitkering op grond van de Werkloosheidswet
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 1 mei 2006. Appellante, vertegenwoordigd door mr. F.P.J.R. Jansen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake haar uitkering op grond van de Werkloosheidswet. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 juli 2008 uitspraak gedaan. Tijdens de procedure heeft het Uwv een verweerschrift ingediend en zijn er aanvullende stukken door appellante ingezonden. De zitting vond plaats op 14 maart 2007, waar appellante aanwezig was met haar advocaat en het Uwv vertegenwoordigd was door mr. A.E.G. de Jong.
Na de zitting heeft de Raad het onderzoek heropend en aanvullende informatie opgevraagd. Het Uwv heeft op 15 oktober 2007 een nieuw besluit genomen, waarbij aan appellante met terugwerkende kracht een uitkering is toegekend. Dit besluit komt volledig tegemoet aan de bezwaren van appellante, waardoor er geen geschil meer bestaat tussen partijen. De Raad heeft geoordeeld dat appellante geen belang meer heeft bij een oordeel over de eerdere uitspraak van de rechtbank, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft tevens de proceskosten van appellante vergoed, tot een totaalbedrag van € 1.288,--, en heeft bepaald dat het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 140,-- aan haar vergoedt. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.