ECLI:NL:CRVB:2008:BD8510
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- B. Barentsen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling geschiktheid voor arbeid in het kader van de Ziektewet na langdurige arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die in beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant, die sinds 2000 als buschauffeur werkte, had in januari 2003 te maken gekregen met vermoeidheidsklachten en was sindsdien arbeidsongeschikt. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde hem per 17 januari 2004 een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toe te kennen, omdat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 15% zou zijn. In plaats daarvan ontving hij een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW). Na een periode van gedeeltelijke werkhervatting in 2004, viel hij in mei 2005 opnieuw uit vanwege psychische klachten en ontving hij een uitkering op basis van de Ziektewet (ZW).
De verzekeringsarts concludeerde in maart 2006 dat de appellant geschikt was voor de functies die in het kader van de WAO-beoordeling waren voorgelegd. Het Uwv beëindigde de ZW-uitkering per 14 maart 2006. De bezwaarverzekeringsarts bevestigde deze conclusie, maar de appellant was het hier niet mee eens en ging in beroep. De rechtbank oordeelde dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand moesten blijven, maar de appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de voorzieningenrechter van de rechtbank een onjuiste maatstaf had aangelegd bij de beoordeling van de geschiktheid van de appellant voor zijn arbeid. De Raad stelde vast dat onder 'zijn arbeid' de laatstelijk voor de ziekmelding verrichte arbeid moet worden verstaan, en dat in dit geval de appellant het werk van buschauffeur voor een langere periode had verricht. De Raad concludeerde dat de appellant niet slechts kort had gewerkt en dat hij in staat was om zijn arbeid te verrichten. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak, maar met verbetering van de gronden.