ECLI:NL:CRVB:2008:BD8480
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- K. Zeilemaker
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen van besluit tot bijstandsverlening met terugwerkende kracht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 21 december 2006, waarin het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond ongegrond werd verklaard. Appellant had in het verleden diverse aanvragen om bijstand ingediend, die waren afgewezen of buiten behandeling gesteld. Uiteindelijk werd hem met ingang van 26 maart 2002 bijstand toegekend. Appellant verzocht om terug te komen van het eerdere besluit, omdat hem met terugwerkende kracht een vergunning tot verblijf was verleend. De rechtbank oordeelde dat deze omstandigheid niet als nieuw gebleken feit kon worden aangemerkt, en dat het College niet verplicht was om terug te komen van zijn eerdere besluitvorming.
In hoger beroep heeft appellant zijn verzoek beperkt tot de periode van 13 juni 2000 tot en met 25 maart 2002. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het besluit van 10 mei 2005, waarin het College weigerde terug te komen van het besluit tot bijstandsverlening, niet onredelijk was. De Raad oordeelde dat de omstandigheid dat appellant met terugwerkende kracht een vergunning tot verblijf was verleend, niet als nieuw feit kon worden aangemerkt, aangezien appellant hiervan al op de hoogte was ten tijde van de bijstandsverlening. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, met verbetering van gronden, en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met Th.C. van Sloten als voorzitter en K. Zeilemaker en C. van Viegen als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2008.