ECLI:NL:CRVB:2008:BD8291
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. Tegelijkertijd heeft verzoeker een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. De gemachtigde van de betrokkene, mr. E.D.B. Groeneweg, heeft namens de betrokkene opgetreden. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft in deze procedure te oordelen over de ontvankelijkheid van het verzoek om voorlopige voorziening, dat is ingediend in het kader van het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een griffierecht van € 433,-- verschuldigd was, dat binnen twee weken na de aanmaning betaald diende te worden. Ondanks herhaalde aanmaningen is het griffierecht niet tijdig betaald. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat de niet-tijdige betaling niet verontschuldigbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die dit zouden rechtvaardigen. Hierdoor is het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is gedaan zonder zitting, omdat de ontvankelijkheid van het verzoek duidelijk was. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 juli 2008, waarbij de voorzieningenrechter G.A.J. van den Hurk en griffier A. Badermann aanwezig waren.