ECLI:NL:CRVB:2008:BD7555
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigd betaalde WAJONG-uitkering en toeslag; dringende redenen om van terugvordering af te zien?
In deze zaak gaat het om de terugvordering van onverschuldigd betaalde WAJONG-uitkering en toeslag aan appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de terugvordering van een bedrag van € 25.913,24 door het Uwv rechtmatig was. Appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. P.J.M. van Galen, voerde aan dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, onder andere vanwege haar psychische toestand en de druk die haar ex-partner op haar heeft uitgeoefend.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante beoordeeld, waaronder een brief van haar behandelend psycholoog dr. G. Delfstra. Deze brief stelde dat de terugvordering een te grote psychische belasting voor appellante met zich meebracht. De Raad oordeelde echter dat, ondanks de moeilijke situatie van appellante, de eigen verantwoordelijkheid niet kon worden genegeerd. De Raad benadrukte dat bij het invorderen van het bedrag rekening wordt gehouden met de financiële mogelijkheden van appellante.
Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad zag geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak werd openbaar gedaan op 4 juli 2008, na een zitting op 23 mei 2008, waar appellante en haar advocaat aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het Uwv.