ECLI:NL:CRVB:2008:BD6286
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.G. Treffers
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de indeling in salarisschaal van een burgerambtenaar bij het ministerie van Defensie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant, een burgerambtenaar werkzaam bij het ministerie van Defensie, tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen. Appellant was sinds 1 januari 2005 werkzaam als senior medewerker P&O-dienst uitvoerend en was ingedeeld in salarisschaal 7. Hij verzocht om indeling in salarisschaal 8, verwijzend naar de indeling van zijn collega V, die dezelfde functie vervulde maar ten onrechte in schaal 8 was ingedeeld. De staatssecretaris van Defensie, als rechtsopvolger van de Commandant Landstrijdkrachten, had het verzoek van appellant afgewezen, wat leidde tot de rechtszaak.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarbij werd overwogen dat de indeling van V in schaal 8 een duidelijke fout was, aangezien er geen extra taken aan hem waren opgedragen. Appellant stelde dat hij, net als V, in schaal 8 ingedeeld moest worden op basis van het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris niet verplicht was om appellant in schaal 8 in te delen, ondanks de foutieve indeling van V. De Raad benadrukte dat het gelijkheidsbeginsel niet vereist dat een gemaakte fout herhaald wordt en dat appellant geen gerechtvaardigde verwachting kon ontlenen aan de indeling van V.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de argumenten van beide partijen in overweging namen. De Raad concludeerde dat de rechtbank het bestreden besluit terecht in stand had gelaten en dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.