ECLI:NL:CRVB:2008:BD6265
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- G.L.M.J. Stevens
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verhoging wachtgeld met eindejaarsuitkering en wijziging bezoldiging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 28 juli 2006, waarin het beroep tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit ongegrond werd verklaard. Appellant had verzocht om zijn wachtgeld, dat hem was toegekend na zijn ontslag per 1 januari 1993, te verhogen met de eindejaarsuitkering vanaf de datum van invoering. De minister had dit verzoek afgewezen, wat leidde tot de rechtszaak.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 26 juni 2008 de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de oorspronkelijke weigering van de minister om de eindejaarsuitkering in het wachtgeld te verdisconteren, niet onterecht was. De Raad merkte op dat de eindejaarsuitkering pas met terugwerkende kracht tot 1 januari 1993 was opgenomen in de relevante wetgeving, maar dat dit niet betekende dat appellant recht had op een verhoging van zijn wachtgeld.
De Raad concludeerde dat de invoering van de eindejaarsuitkering in 1994 niet kon worden aangemerkt als een wijziging van de bezoldiging met een algemeen karakter, zoals vereist door de wet. Hierdoor was er geen aanleiding om de eindejaarsuitkering in het wachtgeld van appellant te verdisconteren. De Raad wees erop dat appellant tegen de beslissingen die ten grondslag lagen aan de uitbetaling van zijn wachtgeld rechtsmiddelen had kunnen aanwenden, maar dit niet had gedaan. De Raad achtte het verzoek om terug te komen van een eerder besluit niet gegrond en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.