ECLI:NL:CRVB:2008:BD5723
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen een correctie van een besluit inzake arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 8 augustus 2007, waarin het beroep van appellant ongegrond werd verklaard. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 19 oktober 2006, waarin zijn uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering werd herzien. Het Uwv had in een brief van 6 december 2006 een correctie aangebracht op de eerder genoemde datum van herziening, maar de rechtbank oordeelde dat deze brief geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelde dat de brief slechts een informatieve mededeling was en geen rechtsgevolgen met zich meebracht.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde het oordeel van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de correctie van de data in de brief van 6 december 2006 niet kan worden aangemerkt als een besluit, omdat het enkel ging om een kennelijke verschrijving. De Raad verwees naar rapportages van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige, waaruit bleek dat het Uwv de juiste data in gedachten had. De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren om het bezwaar van appellant ontvankelijk te verklaren, en bevestigde daarmee de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en A.T. de Kwaasteniet als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2008, met R.L. Rijnen als griffier.