ECLI:NL:CRVB:2008:BD5464
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de beslissing omtrent de WAO-uitkering en de overgang van bedrijfsactiviteiten
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, gaat het om de vraag of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht heeft besloten dat de betaling van de WAO-uitkering van een werkneemster voor rekening van appellante moet komen. De werkneemster, die in dienst was bij [naam bedrijf A], was uitgevallen wegens ziekte en ontving een WAO-uitkering. Appellante, die de activiteiten van [naam bedrijf A] had overgenomen, betwistte de beslissing van het Uwv. De Raad heeft het hoger beroep van appellante behandeld en vastgesteld dat de overgang van bedrijfsactiviteiten en het ondernemingsrisico in dit geval aan de orde zijn.
De Raad oordeelt dat de argumenten van appellante niet opwegen tegen de vastgestelde feiten. De Raad verwijst naar de schriftelijke aanmelding van werkgeverschap en de gegevens die aantonen dat de lopende activiteiten van [naam bedrijf A] zijn overgegaan naar de vennootschap onder firma [naam bedrijf B]. De Raad concludeert dat er geen concrete aanknopingspunten zijn voor de stelling van appellante dat er slechts sprake was van een tijdelijke overgang van activiteiten en personeel.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, die eerder in deze zaak had geoordeeld. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 19 juni 2008, waarbij de betrokken rechters de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken.