ECLI:NL:CRVB:2008:BD4893
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- N. van Vulpen-Grootjans
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de berekening van het WW-dagloon op basis van het WAO-dagloon en de onderzoeksplicht naar gewerkte uren
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, die haar beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond had verklaard. Het Uwv had op 10 januari 2006 het bezwaar van appellante tegen de berekening van haar WW-dagloon ongegrond verklaard, waarbij het dagloon was gebaseerd op het WAO-dagloon. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 19 juni 2008 behandeld en kwam tot de conclusie dat het Uwv onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar het arbeidspatroon van appellante. De Raad oordeelde dat het standpunt van het Uwv, dat appellante gemiddeld 39 uur per week werkte, niet voldoende onderbouwd was. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het besluit van het Uwv van 10 januari 2006 vernietigd, met de opdracht aan het Uwv om een nieuw besluit op bezwaar te nemen in overeenstemming met de overwegingen van de Raad.
De Raad heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over het aantal gewerkte uren van appellante, wat leidde tot de conclusie dat de berekening van het WW-dagloon niet correct was. De Raad heeft het Uwv ook veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 966,--, en heeft bepaald dat het Uwv het griffierecht van appellante vergoedt. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor het Uwv om zorgvuldig onderzoek te doen naar de werkelijke arbeidsomstandigheden van uitkeringsgerechtigden, vooral bij het vaststellen van uitkeringen op basis van eerdere arbeidsverhoudingen.