ECLI:NL:CRVB:2008:BD4507
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigd betaalde WAO-uitkering en de invloed van arbeidsinkomsten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Alkmaar, waarin de rechtbank het beroep van appellante tegen een besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Appellante ontving sinds 7 juni 1999 een WAO-uitkering, maar het Uwv heeft vastgesteld dat zij vanaf 1 november 2004 onverschuldigd is betaald, omdat zij inkomsten uit arbeid had die van invloed waren op haar uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 juni 2008 uitspraak gedaan in deze zaak.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante wist dat haar arbeidsinkomsten invloed konden hebben op de hoogte van haar uitkering. Appellante had echter een mededeling ontvangen van een medewerker van een reïntegratiebureau, waarin werd gesteld dat haar inkomsten uit een parttime dienstverband van 14 uur per week niet van invloed zouden zijn op haar uitkering. De Raad oordeelt dat deze mededeling niet kan worden aangemerkt als een ondubbelzinnige toezegging van het Uwv, waarop appellante had mogen vertrouwen. Het reïntegratiebureau is immers geen onderdeel van het Uwv.
De Raad concludeert dat het Uwv terecht heeft besloten tot terugvordering van de onverschuldigd betaalde uitkering, omdat er geen dringende redenen aanwezig zijn om van terugvordering af te zien. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het bestreden besluit in rechte kan worden gehandhaafd. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de voorwaarden waaronder terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen kan plaatsvinden.