ECLI:NL:CRVB:2008:BD4286
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- A.T. de Kwaasteniet
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Herziening WAO-uitkering en geschiktheid voor functie van chauffeur
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die sinds 1994 arbeidsongeschikt is door een polsfractuur en daaruit voortvloeiende klachten. Appellante ontving vanaf 1997 een uitkering van 80 tot 100% maar deze werd in 2003 door het Uwv herzien naar 55 tot 65%. Na bezwaar werd de uitkering in 2004 herzien naar 65 tot 80%, maar dit besluit werd in 2005 door de rechtbank Amsterdam vernietigd wegens een onvoldoende gemotiveerde arbeidskundige grondslag. In 2005 werd het bezwaar van appellante opnieuw gegrond verklaard, maar de rechtbank verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de functie van chauffeur bijzonder vervoer niet passend is, gezien haar langdurige afwezigheid van het verkeer en het gebruik van pijnstillers die haar rijvaardigheid beïnvloeden. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de motivering van het Uwv in de fase van het hoger beroep toereikend was, en dat de functie van chauffeur bijzonder vervoer niet onterecht is gebruikt voor de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond, maar laat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Tevens wordt het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten van appellante, die in totaal € 1288,- bedragen.