ECLI:NL:CRVB:2008:BD3609
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO-aanspraken
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, een verzoek om herziening ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 december 2006, met zaaknummer 04/6568 WAO. Verzoekster is van mening dat haar aanspraken in de eerdere uitspraak niet naar behoren zijn erkend en heeft haar gronden uiteengezet in een aanvullend verzoekschrift, waarin zij ook een stuk van het Instituut Psychosofia heeft overgelegd. Dit stuk is door verzoekster aangeduid als een nieuw feit dat haar aanspraken zou ondersteunen.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter overwogen dat voor een hernieuwde discussie over de zaak en de juistheid van de eerdere uitspraak, er nieuwe feiten of omstandigheden moeten zijn, zoals bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Na beoordeling van het aanvullende verzoekschrift en het stuk van het Instituut Psychosofia, heeft de Raad vastgesteld dat er geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid aanwezig is die aanleiding geeft tot herziening van de eerdere uitspraak. Daarom heeft de Raad het verzoek om herziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met J. Janssen als voorzitter en G.J.H. Doornewaard en J. Brand als leden. De beslissing is in tegenwoordigheid van M.W.A. Schimmel als griffier uitgesproken op 30 mei 2008. Tijdens de zitting op 18 april 2008 was verzoekster aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, terwijl het Uwv niet is verschenen. De Raad heeft geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling.