ECLI:NL:CRVB:2008:BD3575
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- J. Janssen
- M.W.A. Schimmel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening op grond van evidente onjuistheid en foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, een verzoek ingediend tot herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 15 december 2006, met nummer 04/5940 WAO. Verzoekster stelt dat er sprake is van evidente onjuistheid en een foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie, en meent dat haar aanspraken in de eerdere uitspraak niet naar behoren zijn erkend. De gronden voor het verzoek zijn uiteengezet in een aanvullend verzoekschrift van 22 mei 2007, waarin ook een stuk van Instituut Psychosofia is bijgevoegd, gedateerd 28 maart 2007.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat herziening van een uitspraak alleen mogelijk is indien er nieuwe feiten of omstandigheden zijn, zoals bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft echter in het aanvullende verzoekschrift en het stuk van Instituut Psychosofia geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid kunnen ontdekken die aanleiding zou geven tot herziening. Daarom wordt het verzoek om herziening afgewezen.
De Raad concludeert dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep, waarbij J. Janssen als voorzitter fungeerde, en de leden G.J.H. Doornewaard en J. Brand. De beslissing is in tegenwoordigheid van M.W.A. Schimmel als griffier uitgesproken op 30 mei 2008, na een zitting op 18 april 2008, waar mr. De Jonge voor verzoekster en drs. P.F.G. Hermans voor het Uwv aanwezig waren.