[Appellanten], wonende te [woonplaats], (hierna: appellanten)
tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 16 februari 2006, 05/ 396 (hierna: aangevallen uitspraak)
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Wervershoof (hierna: College Wervershoof)
Datum uitspraak: 4 juni 2008
Namens appellanten heeft mr. P.F.M. Deijkers, advocaat te Enkhuizen, hoger beroep ingesteld.
Het College Wervershoof heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 april 2008. Voor appellanten is mr. Deijkers verschenen. Het College Wervershoof heeft zich laten vertegenwoordigen door F.P.M. Brieffies, werkzaam bij de gemeente Wervershoof.
1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1. Bij besluit van 9 april 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Andijk (hierna: College Andijk), in welke gemeente appellanten op dat moment woonachtig waren, aan appellanten op grond van het bepaalde bij en krachtens de Wet voorzieningen gehandicapten (hierna: Wvg) een vervoersvoorziening verleend in de vorm van het voortzetten van een leasecontract voor een bruikleenauto. De voorziening is toegekend voor de periode van 18 maart 2003 tot het einde van het leasecontract doch uiterlijk tot 31 december 2005.
1.2. Namens appellanten is op 5 juli 2004 een verzoek ingediend bij het College Andijk om afkoop van het leasecontract.
1.3. Op 21 augustus 2004 zijn appellanten verhuisd van de gemeente Andijk naar de gemeente [woonplaats].
1.4. Appellanten hebben bij het College Wervershoof op 27 augustus 2004 op grond van het bepaalde bij en krachtens de Wvg een voorziening aangevraagd in de vorm van een bijdrage in de kosten van het gebruik van de eigen auto c.q. overname van het leasecontract plus een vergoeding van de kosten van een autoaanpassing.
1.5. Bij besluit van 27 oktober 2004 heeft het College Wervershoof de aanvraag van appellanten van 27 augustus 2004 in zoverre toegewezen, dat aan appellanten een bijdrage in de kosten van het gebruik van de eigen auto wordt toegekend. Tevens heeft het College Wervershoof aan appellanten een bedrag van € 446,25 toegekend voor het laten uitvoeren van een autoaanpassing. Tegen dit besluit hebben appellanten geen rechtsmiddelen aangewend.
1.6. Op 29 oktober 2004 is namens appellanten bezwaar gemaakt tegen de beweerdelijk fictieve weigering van het College Wervershoof om een beslissing op het verzoek van 5 juli 2004 te nemen.
1.7. Bij besluit van 15 februari 2005 heeft het College Wervershoof het bezwaar van appellanten tegen de beweerdelijk fictieve weigering niet-ontvankelijk verklaard. Hieraan ligt het standpunt ten grondslag dat niet het College Wervershoof, maar het College Andijk bevoegd is op de aanvraag van 5 juli 2004 een beslissing te nemen.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 15 februari 2005 ongegrond verklaard.
3. Namens appellanten is hoger beroep ingesteld. Aangevoerd is dat het College Wervershoof onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat dit College het verzoek tot afkoop van het leasecontract van 5 juli 2004 niet van het College Andijk heeft overgenomen. Dit klemt temeer daar het College Wervershoof op de hoogte was van de aanstaande verhuizing van appellanten en bovendien wist dat het College Andijk negatief op het verzoek van 5 juli 2004 zou beslissen.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wvg draagt het gemeentebestuur zorg voor de verlening van - voor zover hier van belang - vervoersvoorzieningen ten behoeve van de deelneming aan het maatschappelijk verkeer van in de gemeente woonachtige gehandicapten.
4.2. Appellanten hebben het verzoek van 5 juli 2004 ingediend bij het College Andijk.
Aangezien zij toen ook woonden in de gemeente Andijk, was het College Andijk bevoegd op deze aanvraag te beslissen. Niet is gebleken dat appellanten tevens een verzoek om afkoop van het leasecontract hebben ingediend bij het College Wervershoof. Weliswaar hebben appellanten bij het College Wervershoof op 27 augustus 2004 een voorziening aangevraagd in de vorm van een bijdrage in de kosten van het gebruik van de eigen auto c.q. overname van het leasecontract plus een vergoeding van de kosten van een autoaanpassing, maar deze aanvraag ziet niet op een verzoek tot afkoop van het leasecontract als geformuleerd in het verzoek van 5 juli 2004. Evenmin is gebleken dat het College Andijk de aanvraag van 5 juli 2004 ter behandeling heeft doorgezonden naar het College Wervershoof. Integendeel, bij
besluit van 16 augustus 2004 heeft het College Andijk (afwijzend) beslist op het verzoek van 5 juli 2004. Op grond van het voorgaande concludeert de Raad dat het aan het College Andijk gerichte verzoek van 5 juli 2004 niet kan worden aangemerkt als een bij het College Wervershoof berustende aanvraag van appellanten, zodat dit college ook niet gehouden was daarop een beslissing te nemen. De rechtbank heeft daarom het beroep terecht ongegrond verklaard.
5. Het hoger beroep treft dan ook geen doel en de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De Centrale Raad van Beroep;
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door R.M. van Male als voorzitter en G.M.T. Berkel-Kikkert en H.C.P. Venema als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van S.R. Sharma als griffier, uitgesproken in het openbaar op 4 juni 2008.