ECLI:NL:CRVB:2008:BD2222
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en toegankelijkheid van functies voor betrokkene
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, die op 1 september 2006 het beroep ongegrond verklaarde. De appellant had een WAO-uitkering die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was ingetrokken. De intrekking was gebaseerd op het besluit van 29 april 2005, waarin werd gesteld dat de appellant, ondanks zijn medische beperkingen, in staat was om ander werk te verrichten. De rechtbank oordeelde dat de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies voor de appellant toegankelijk waren, maar de appellant was het hier niet mee eens.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank overgenomen. De appellant, geboren in 1970 en met een verstandelijke beperking, had moeite met lezen en schrijven en werd als functioneel analfabeet beschouwd. Hij had een beperkte opleiding genoten en was aangewezen op simpel werk in een gestructureerde werkomgeving. De Raad overwoog dat de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies, met name de functie van monteur, voor de appellant te hoog gegrepen waren vanwege de vereiste opleidingseisen. De Raad concludeerde dat de geselecteerde functies niet toegankelijk waren voor de appellant, wat in strijd was met de wetgeving.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak, verklaarde het beroep gegrond en herroepte het besluit van 29 april 2005. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 1.288,- bedroegen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 9 mei 2008, waarbij de voorzitter D.J. van der Vos en de leden R.C. Stam en A.T. de Kwaasteniet betrokken waren. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, met M.W.A. Schimmel als griffier.