ECLI:NL:CRVB:2008:BD2158
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.G. Rottier
- C.P.M. van de Kerkhof
- H. Bedee
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van belastbaarheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 12 januari 2006, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 19 mei 2004 de WAO-uitkering van appellant herzien van 80-100% naar 25-35% met ingang van 20 juli 2004. Appellant was het niet eens met deze herziening en stelde dat het medisch onderzoek door het Uwv onvoldoende zorgvuldig was uitgevoerd. De rechtbank oordeelde echter dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig was en dat de arbeidsdeskundige de juiste functies had geselecteerd die appellant, rekening houdend met zijn beperkingen, kon vervullen.
Tijdens de zitting op 1 april 2008 was appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. E.T.B. van der Werf. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de medische beoordeling van de belastbaarheid van appellant op een zorgvuldige wijze had plaatsgevonden. De Raad oordeelde dat de door het Uwv geselecteerde functies, waaronder sorteerder en machinebediende, medisch gezien binnen het bereik van appellant lagen. Appellant had in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens ingebracht die de eerdere beoordelingen in twijfel trokken.
De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er waren geen termen aanwezig om een proceskostenveroordeling toe te passen. De uitspraak werd openbaar gedaan op 13 mei 2008.