ECLI:NL:CRVB:2008:BD1666
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- T. Hoogenboom
- B.M. van Dun
- Rechtspraak.nl
Verlaging van WW-uitkering wegens weigering tot ondertekening van arbeidsintegratieplan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de verlaging van zijn WW-uitkering met 20% gedurende 16 weken werd bevestigd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 april 2008 uitspraak gedaan. Appellant, die als emballeur/verdeler werkzaam was, had zich ziekgemeld en ontving een WAO-uitkering. Na een herbeoordeling trok het Uwv deze uitkering in, omdat er geen relevant verlies aan verdiencapaciteit meer zou zijn. Appellant kreeg vervolgens een loongerelateerde WW-uitkering, die op 15 maart 2005 met 20% werd verlaagd omdat hij weigerde het arbeidsintegratieplan te ondertekenen. Het Uwv verklaarde het bezwaar van appellant tegen deze verlaging ongegrond. De rechtbank Amsterdam bevestigde deze beslissing, waarop appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de medewerking van de verzekerde aan het tot stand komen van een individuele re-integratieovereenkomst vereist is. Appellant had geen gegronde redenen om zijn medewerking te onthouden en had de oproep van het re-integratiebedrijf genegeerd. De Raad concludeerde dat appellant de verplichtingen uit de Werkloosheidswet niet was nagekomen en dat de hoogte van de maatregel terecht was vastgesteld. De rechtbank had dan ook terecht de uitspraak bevestigd. De Raad wees erop dat er geen aanleiding was voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met M.A. Hoogeveen als voorzitter, en de beslissing werd in het openbaar uitgesproken.