ECLI:NL:CRVB:2008:BD1367
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- M. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak over de aanmerkelijkheid van inkomsten uit verhuur in het kader van de WAZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 11 april 2006. De zaak betreft de aanmerkelijkheid van inkomsten uit de verhuur van een bedrijfspand in het kader van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ). Appellant, vertegenwoordigd door mr. J.F.M. Verheij, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) die de inkomsten uit verhuur als inkomsten uit arbeid heeft aangemerkt op basis van artikel 58 van de WAZ. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv terecht deze inkomsten als zodanig had aangemerkt, en appellant was het hier niet mee eens.
Tijdens de zitting op 3 maart 2008 heeft de Raad de argumenten van beide partijen gehoord. Appellant stelde dat de door hem aangehaalde jurisprudentie niet van toepassing was op zijn situatie, omdat de fiscus de opbrengsten uit verhuur als inkomsten uit arbeid had geaccepteerd. De Raad oordeelde echter dat de door appellant aangehaalde uitspraken niet relevant waren voor zijn situatie, aangezien deze betrekking hadden op andere omstandigheden. De Raad concludeerde dat de rechtbank de grieven van appellant afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze niet konden slagen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellant ongegrond werd verklaard. De Raad achtte geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, met de griffier M. van der Vos aanwezig.