ECLI:NL:CRVB:2008:BD0591
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WAO-schatting en geschiktheid van functies na verlaging van de uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Breda, waarin de rechtbank het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vernietigd wegens onvoldoende motivering van de geschiktheid van de functie medewerkster bibliotheek. Appellante had eerder een WAO-uitkering die was verlaagd van 80-100% naar 25-35%. De rechtbank oordeelde dat de medische component van het besluit van het Uwv juist was, maar dat de motivering voor de geschiktheid van de functie niet voldeed.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en het onderzoek heropend. Tijdens de zittingen is het Uwv vertegenwoordigd door F.M.J. Eijmael, terwijl appellante niet aanwezig was. De Raad heeft de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank overgenomen en heeft het beroep van appellante tegen het besluit van 25 mei 2005, dat de verlaging van de WAO-uitkering betreft, beoordeeld.
De Raad concludeert dat de verzekeringsartsen de arbeidsbeperkingen van appellante niet hebben onderschat en dat de rapportage van de verzekeringsgeneeskundige geen nieuwe aanknopingspunten biedt. De Raad oordeelt dat de geschiktheid van de resterende functies voldoende is toegelicht en dat het verlies aan verdiencapaciteit op ongeveer 31% is becijferd. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover deze is aangevochten en verklaart het beroep tegen het besluit van 21 maart 2006 ongegrond.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 18 april 2008. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.