ECLI:NL:CRVB:2008:BD0462

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-6871 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vermogensvaststelling bijstandsverlening op grond van de Wet werk en bijstand

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 13 oktober 2006, waarin het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond ongegrond werd verklaard. Het College had bij besluit van 19 juli 2005 aan appellant bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) toegekend, waarbij het vermogen van appellant werd vastgesteld op € 3.320,60. Appellant was het niet eens met deze vermogensvaststelling en diende bezwaar in, dat door het College ongegrond werd verklaard bij besluit van 22 november 2005.

De rechtbank bevestigde het besluit van het College, waarop appellant in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 1 april 2008 was appellant niet aanwezig, maar het College werd vertegenwoordigd door drs. R.A.J. Wilbers. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht had geoordeeld. De Raad merkte op dat de argumenten van appellant in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten bevatten ten opzichte van de eerdere procedure en dat deze niet tot een ander oordeel leidden.

Daarom werd het hoger beroep afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad zag geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen. De uitspraak werd gedaan door G.A.J. van den Hurk, in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 22 april 2008.

Uitspraak

06/6871 WWB
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 13 oktober 2006, 05/4466 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond (hierna: College)
Datum uitspraak: 22 april 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. drs. A.H.J. de Kort, advocaat te Sint Michielsgestel, hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 april 2008. Appellant is niet verschenen. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. R.A.J. Wilbers, werkzaam bij de gemeente Helmond.
II. OVERWEGINGEN
De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
Bij besluit van 19 juli 2005 is aan appellant met ingang van 13 mei 2005 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) toegekend naar de norm voor een alleenstaande. Hierbij heeft het College het vermogen van appellant bij aanvang van de bijstandsverlening vastgesteld op een bedrag van € 3.320,60.
Bij besluit van 22 november 2005 heeft het College het bezwaar van appellant tegen de in het besluit van 19 juli 2005 vermelde vermogensvaststelling ongegrond verklaard.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 22 november 2005 ongegrond verklaard.
Appellant heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen deze uitspraak gekeerd.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
De Raad kan zich geheel vinden in het oordeel van de rechtbank. Hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd bevat, in vergelijking met de stellingname van appellant in eerste aanleg, geen nieuwe gezichtspunten en heeft de Raad niet tot een ander oordeel gebracht dan het in de aangevallen uitspraak neergelegde oordeel van de rechtbank.
Het hoger beroep slaagt derhalve niet. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door G.A.J. van den Hurk. De beslissing is, in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier, uitgesproken in het openbaar op 22 april 2008.
(get.) G.A.J. van den Hurk.
(get.) C. de Blaeij.
RB1104