ECLI:NL:CRVB:2008:BC8902
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- M.W.A. Schimmel
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-toekenning en de noodzaak van toereikende toelichting op arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de afwijzing van zijn aanvraag voor een WAO-uitkering door het Uwv werd gehandhaafd. De appellant had zich op 2 mei 2003 ziek gemeld vanwege psychische klachten. Na de wettelijke wachttijd van 52 weken, besloot het Uwv op 29 april 2004 dat de mate van arbeidsongeschiktheid van de appellant minder dan 15% was, en dit besluit werd later op 17 december 2004 gehandhaafd. De rechtbank oordeelde dat er geen aanwijzingen waren dat de medische grondslag van het besluit onzorgvuldig was voorbereid.
In hoger beroep werd aangevoerd dat er geen volledige heroverweging had plaatsgevonden van de psychische klachten van de appellant. De Raad heeft deskundigen ingeschakeld om de medische situatie van de appellant te beoordelen. De deskundige, prof. dr. G.F. Koerselman, concludeerde dat het beperkingenpatroon van de verzekeringsarts voldoende rekening hield met de bestaande psychiatrische aandoening van de appellant. De Raad oordeelde dat het Uwv in hoger beroep voldoende toelichting had gegeven over de geschiktheid van de functies, ondanks de verborgen beperkingen van de appellant.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 1288,- bedroegen, en het Uwv moest het griffierecht van € 140,- vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2008.