ECLI:NL:CRVB:2008:BC8069
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- A.B.J. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding en wettelijke rente bij niet uitbetaalde bijstand
In deze zaak gaat het om een verzoek om schadevergoeding vanwege immateriële schade en de toekenning van een te laag bedrag aan wettelijke rente. Appellanten hebben een verzoek ingediend bij het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer, omdat zij ten onrechte geen bijstand hebben ontvangen over de periode van 1 oktober 2003 tot 29 december 2003. Het College heeft bij besluit van 29 september 2005 een bedrag van € 168,51 aan wettelijke rente vergoed, maar het verzoek voor de rest is afgewezen. De rechtbank Groningen heeft het beroep tegen het besluit van 10 januari 2006 ongegrond verklaard, waarop appellanten in hoger beroep zijn gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep gegrond verklaard. De Raad oordeelt dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij immateriële schade hebben geleden in de zin van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. Wat betreft de wettelijke rente heeft de Raad vastgesteld dat deze onjuist is berekend. De Raad heeft geoordeeld dat de rente vanaf 1 december 2003 moet worden berekend, in plaats van vanaf 1 november 2003, en dat de bijzondere bijstand pas op 10 maart 2004 is toegekend. De Raad heeft het College opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens is het College veroordeeld in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van € 966,--, te betalen door de gemeente Hoogezand-Sappemeer, en moet de gemeente het griffierecht van € 142,-- vergoeden.