ECLI:NL:CRVB:2008:BC7212
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- R.H.M. Roelofs
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstand en terugvordering van kosten in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om de herziening van bijstand en de terugvordering van kosten door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Appellanten ontvingen van 27 juni 2001 tot en met 28 april 2005 een bijstandsuitkering op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een vermoeden van onjuiste opgave van inkomsten door appellanten, heeft het Team Fraudebestrijding van de gemeente Tilburg een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de ontdekking dat appellanten in verschillende perioden inkomsten uit arbeid hadden ontvangen via Den Besterd Uitzendbureau, welke zij niet hadden gemeld aan het College.
Op basis van de bevindingen uit het onderzoek heeft het College op 17 november 2005 de bijstand van appellanten herzien en de gemaakte kosten van bijstand teruggevorderd. Appellanten hebben hiertegen bezwaar gemaakt, maar het College verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank Breda heeft de uitspraak van het College bevestigd, maar appellanten hebben hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de herziening van de bijstand over de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 november 2004 niet in stand kan blijven, omdat de inkomsten over de maand september 2004 niet aan deze periode konden worden toegerekend. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het College, en draagt het College op om een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens wordt het College veroordeeld in de proceskosten van appellanten, die zijn begroot op € 644,--. De Raad concludeert dat de terugvordering van de kosten van bijstand niet kan standhouden, omdat deze ondeelbaar is met de herziening van de bijstand.