ECLI:NL:CRVB:2008:BC7127
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- H.G. Rottier
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant en geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van G.J. Witteveen tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin de medische grondslag van een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd onderschreven. Witteveen, die sinds 1999 een WAO-uitkering ontvangt vanwege ernstige gewrichtsklachten, betwistte de juistheid van de inschatting van zijn belastbaarheid en de geschiktheid van de door het Uwv geselecteerde functies. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 maart 2008 uitspraak gedaan.
De Raad oordeelt dat de medische informatie die door de verzekeringsartsen is verstrekt, voldoende is om de conclusie van het Uwv te ondersteunen dat Witteveen minder dan 15% arbeidsongeschikt is. De Raad wijst erop dat de bezwaarverzekeringsarts G.P.J. de Kanter in zijn rapportage concludeert dat het primaire medische onderzoek correct is uitgevoerd. De rechtbank had eerder het bestreden besluit van het Uwv vernietigd vanwege een gebrek aan motivering, maar de Raad stelt vast dat het Uwv in hoger beroep alsnog een adequate motivering heeft gegeven.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, maar veroordeelt het Uwv in de proceskosten van Witteveen, omdat het bestreden besluit pas in hoger beroep van een toereikende motivering is voorzien. De proceskosten worden begroot op € 322,-- voor verleende rechtsbijstand. De Raad bepaalt ook dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 105,-- aan Witteveen moet vergoeden.