ECLI:NL:CRVB:2008:BC6550
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- A.T. de Kwaasteniet
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens verblijf in het buitenland op zeventiende verjaardag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen, die haar beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaarde. Appellante, geboren in 1976, had op 15 april 2004 een Wajong-uitkering aangevraagd, maar het Uwv weigerde deze omdat zij op haar zeventiende verjaardag niet in Nederland verbleef. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht had besloten om de aanvraag af te wijzen, omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden van de Wajong. Appellante heeft echter bijzondere feiten en omstandigheden aangevoerd die volgens haar aanleiding zouden moeten geven tot afwijking van het beleid van het Uwv.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 22 februari 2008 behandeld. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet deugdelijke motivering bevatte en dat het Uwv niet had getoetst of er bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van het beleid af te wijken. De Raad concludeerde dat appellante, ondanks haar verblijf in het buitenland, een sterke band met Nederland had behouden en dat zij de intentie had om blijvend deel uit te maken van de Nederlandse samenleving. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, en droeg het Uwv op om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van de zaak.
Daarnaast werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.311,30 bedroegen, en moest het Uwv het griffierecht van € 142,- vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van bijzondere omstandigheden bij besluiten over uitkeringen.