ECLI:NL:CRVB:2008:BC5862
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J.P.M. Zeijen
- M.C.T.M. Sonderegger
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag aanvullende beurs zonder rekening te houden met het inkomen van de vader
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, die haar beroep tegen een besluit van de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) ongegrond verklaarde. De appellante had een aanvraag ingediend voor een aanvullende beurs zonder rekening te houden met het inkomen van haar vader, wat zij als een ernstige en structurele verstoring van de relatie met hem beschouwde. De IB-Groep had deze aanvraag afgewezen, met het argument dat er geen sprake was van een ernstig en structureel conflict. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 29 februari 2008 behandeld. Tijdens de zitting heeft appellante haar situatie uiteengezet, waarbij zij de omstandigheden beschreef die leidden tot de breuk met haar vader. De IB-Groep bleef bij haar standpunt dat er geen conflict was dat aan de voorwaarden voor loskoppeling voldeed. De Raad overwoog dat de geschiedenis van de wetgeving rondom studiefinanciering aantoont dat er een structureel probleem is met weigerachtige ouders, en dat de wetgeving is aangepast om hierop in te spelen. De Raad concludeerde dat er wel degelijk sprake was van een langdurig en ernstig conflict tussen appellante en haar vader, en dat de IB-Groep niet in redelijkheid kon concluderen dat de aanvraag om loskoppeling niet gerechtvaardigd was. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en droeg de IB-Groep op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de appellante het griffierecht vergoed zou krijgen.