ECLI:NL:CRVB:2008:BC5679
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- C. van Viegen
- H.C.P. Venema
- Rechtspraak.nl
Weigering ontheffing arbeidsverplichtingen op basis van zorgtaken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 18 oktober 2006, waarin het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Hertogenbosch ongegrond was verklaard. Het College had in 2005 geweigerd appellant geheel te ontheffen van zijn arbeidsverplichtingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De weigering was gebaseerd op een advies van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige, die appellant arbeidsgeschikt achtten voor 4 uur per dag, met een maximum van 20 uur per week.
Appellant voerde in hoger beroep aan dat de rechtbank onvoldoende rekening had gehouden met zijn zorgtaken voor zijn kinderen, die problemen ondervonden. Hij stelde dat hij al zijn tijd en aandacht aan zijn kinderen moest besteden om te voorkomen dat zij zouden ontsporen, en dat hij om die reden niet in staat was om 20 uur per week te werken. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde echter dat het College op goede gronden had besloten om appellant niet geheel te ontheffen van zijn arbeidsverplichtingen. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat er een voldoende zorgvuldig medisch en arbeidskundig onderzoek was verricht door WOSM, en dat appellant onvoldoende concrete feiten en objectieve gegevens had aangedragen om zijn stelling te onderbouwen.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met Th.C. van Sloten als voorzitter en C. van Viegen en H.C.P. Venema als leden, in tegenwoordigheid van griffier R. Zijmers.