ECLI:NL:CRVB:2008:BC5358
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- J.F. Bandringa
- R.P.Th. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering wegens minder dan 15% arbeidsongeschiktheid met arbeidskundige onderbouwing
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van betrokkene, die sinds 10 april 2000 een uitkering ontving op basis van een arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%. Appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, heeft de uitkering per 11 mei 2005 ingetrokken na een onderzoek door een verzekeringsarts en een gesprek met een arbeidsdeskundige. Betrokkene heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank 's-Hertogenbosch oordeelde dat het bestreden besluit weliswaar een toereikende medische grondslag had, maar ontbrak het aan een deugdelijke arbeidskundige motivering. De rechtbank vernietigde het besluit en bepaalde dat appellant een nieuw besluit op bezwaar moest nemen.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) voldoende transparant en toetsbaar is. Appellant heeft een aanvullend arbeidskundig rapport ingediend waarin de signaleringen van de geselecteerde functies werden toegelicht. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank gevolgd en geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de medische gegevens die door de verzekeringsarts zijn aangeleverd. Betrokkene heeft in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens ingebracht die de eerdere conclusies zouden kunnen ondermijnen.
De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht het beroep gegrond heeft verklaard en het bestreden besluit heeft vernietigd. Echter, omdat de ontbrekende arbeidskundige onderbouwing in hoger beroep alsnog is gegeven, heeft de Raad besloten dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. De uitspraak van de rechtbank, voor zover deze bepaalt dat appellant een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, is vernietigd.