ECLI:NL:CRVB:2008:BC5191
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak over de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg van 9 december 2005, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 februari 2008 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de arbeidsongeschiktheid van appellant, vastgesteld door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 30 oktober 2003. De mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 35 tot 45%.
Appellant heeft in hoger beroep zijn eerdere grieven herhaald en betoogd dat hij niet in staat is om arbeid te verrichten. Hij heeft ook aangevoerd dat er onvoldoende rekening is gehouden met de medische informatie die hij heeft ingediend, afkomstig van zijn huisarts en neuroloog Notermans. De Raad heeft de conclusies van de deskundigen, die door de rechtbank zijn ingeschakeld, gevolgd en oordeelt dat de belastbaarheid van appellant op de in geding zijnde datum correct is vastgesteld.
De Raad heeft vastgesteld dat de door appellant overgelegde medische informatie geen nieuwe inzichten biedt die afwijken van de eerdere beoordelingen. De Raad hecht veel waarde aan het oordeel van de onafhankelijke deskundigen en concludeert dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de eerdere oordelen en heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd, zonder toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.