ECLI:NL:CRVB:2008:BC5187
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 februari 2008 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad. De appellante had verzet aangetekend tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar hoger beroep, dat was ingesteld door haar advocaat, mr. J.M. Linares Faudino. De Raad had eerder op 17 juli 2007 de zaak niet-ontvankelijk verklaard, omdat het hoger beroep niet tijdig was ingediend. Het verzet werd behandeld op 22 januari 2008, maar partijen waren niet verschenen.
De Raad overwoog dat de termijn voor het indienen van een verzetschrift zes weken bedraagt, te rekenen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak. In dit geval was de uitspraak op 26 juli 2007 verzonden, waardoor de termijn eindigde op 6 september 2007. Het verzetschrift was echter pas op 11 oktober 2007 ontvangen, wat betekent dat de termijn was overschreden. De Raad oordeelde dat de omstandigheden die in het verzetschrift waren vermeld, namelijk het verblijf van de gemachtigde in Spanje vanwege de gezondheidstoestand van zijn vader, niet voldoende waren om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
De Raad concludeerde dat het verzet niet-ontvankelijk moest worden verklaard en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van processtukken en de verantwoordelijkheid van de gemachtigde om de belangen van zijn cliënt adequaat te behartigen, ook in situaties van persoonlijke omstandigheden.