ECLI:NL:CRVB:2008:BC5080
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond wegens termijnoverschrijding griffierecht in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2008 uitspraak gedaan in het kader van een verzet tegen een eerdere beslissing. De appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, maar dit hoger beroep was niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht van € 106,-- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellante heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar op de zitting van 11 december 2007 zijn partijen niet verschenen.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de appellante niet tijdig het griffierecht heeft voldaan en dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat zij niet in verzuim is geweest. De appellante heeft pas in het verzet een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar dit gebeurde niet binnen de termijn waarin het griffierecht moest worden voldaan. Ook heeft zij geen verzoek om uitstel van betaling ingediend binnen de gestelde termijn.
De Raad concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn gevonden in het verzetschrift die kunnen leiden tot de conclusie dat de appellante het verzuim niet kan worden tegengeworpen. Bovendien is er geen bewijs dat de appellante tijdig gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om bijzondere bijstand aan te vragen voor de kosten van het griffierecht. Gelet op deze overwegingen heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.