ECLI:NL:CRVB:2008:BC4519
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- M.C.T.M. Sonderegger
- J. Brand
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering en herhaling van grieven in hoger beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 12 januari 2006, waarin het beroep tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om per 4 oktober 2004 een WAO-uitkering te weigeren, ongegrond werd verklaard. Appellante, vertegenwoordigd door H.J.A. Aerts van Delescen & Scheers Advocaten, heeft in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten aangevoerd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 februari 2008 de zaak behandeld, maar zowel appellante als het Uwv zijn niet verschenen op de zitting op 4 januari 2008.
De rechtbank had in haar eerdere uitspraak geconcludeerd dat de grieven van appellante, die primair stelde dat haar beperkingen tot het verrichten van arbeid waren onderschat, niet gegrond waren. De Centrale Raad van Beroep onderschrijft deze overwegingen en oordeelt dat de rechtbank de grieven van appellante afdoende heeft besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen. De door appellante overgelegde medische brieven van haar reumatoloog, gedateerd 5 april 2006 en 23 november 2007, bieden geen nieuwe informatie die de eerdere besluiten van het Uwv kan ondermijnen.
De Raad concludeert dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling en bevestigt de aangevallen uitspraak. De uitspraak is gedaan door G.J.H. Doornewaard als voorzitter, met J. Brand en A.T. de Kwaasteniet als leden, en M.C.T.M. Sonderegger als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 februari 2008.